In het kader van zijn opleiding bij het Nationaal Watertraineeship deed Rens van de Peppel, junior medewerker gebiedsontwikkeling, samen met zijn studiegenoten onderzoek naar welke rol zandwinplassen kunnen spelen in het waterbeheer in Noord-Brabant.
Benieuwd naar de bevindingen? Lees hier de samenvatting van het onderzoek.
ADVIESRAPPORT MULTIFUNCTIONELE PUNTZAKKEN:
ZO LEK ALS EEN MANDJE?
Rens van de Peppel (projectleider), Dennis Dekker, Marjel klein Holkenborg, Liza van Kapel, Lucie Pot, Marco Schoenmakers.
Samenvatting, april 2021
Introductie
De klimaatveranderingen blijven doorzetten en dit zet extra druk op het waterbeheer. Tijden van enorme droogte en acute wateroverlast vragen om een goede omgang met water. Mogelijk kunnen zandwinplassen ingezet worden om de druk op het systeem te verlichten. Dit rapport behandelt welke rol zandwinplassen kunnen spelen in het waterbeheer in Noord-Brabant en hoe de verschillende stakeholders deze toegevoegde functie waarderen. Deze resultaten zijn ook in de infographic weergegeven.
Methode
Naast een beknopte literatuurstudie zijn de resultaten gebaseerd op gesprekken met hydrologen en waterbeheerspecialisten enerzijds, en belangenbehartigers en beleidsmedewerkers anderzijds. Er is gekeken naar twee opties voor het inzetten van zandwinplassen voor waterbeheer: in de eerste plaats naar kortstondige waterberging voor het tijdelijk opvangen van een waterpiek en in de tweede plaats naar waterconservering om water als voorraad op te slaan voor later gebruik in droge perioden.
Resultaten
De haalbaarheid van het inrichten van zandwinplassen voor het bergen of conserveren van water is van een aantal factoren afhankelijk, voornamelijk de ligging van de plas t.o.v. de opgave, de fysische kenmerken en de houding van de stakeholders.
Ligging t.o.v. de opgave
De eerste factor is of de plas in de buurt van een opgave op het gebied van droogte of wateroverlast ligt. Dit is noodzakelijk omdat het mitigeren van de problemen alleen te realiseren is wanneer de zandwinplas geografisch dicht bij de opgave ligt. De omvang en impact van de opgave bepaalt verder de noodzaak en wens om maatregelen te nemen. De verwachting is dat slechts een (zeer) beperkt aantal plassen geschikt ligt ten opzichte van wateropgaven.
Fysische kenmerken
Wanneer een zandwinplas potentie lijkt te hebben om bij te dragen aan een wateropgave, zal de hydrologische rol van de plas in het systeem doorslaggevend zijn voor de technische haalbaarheid van de bijdrage. Hiervoor is een aantal factoren van belang.
Doorlatendheid ondergrond
De doorlatendheid van de ondergrond speelt een grote rol in het vermogen van een plas om water vast te houden. Doorgaans zijn zandwinplassen spreekwoordelijk zo lek als een mandje waardoor ze ongeschikt zijn om water te conserveren. Water lekt door de wanden van de plas weg naar de omgeving en is ook onderhevig aan verdamping. Voor het tijdelijk bergen van water is dit geen probleem, aangezien het de bedoeling is dat ‘geparkeerd’ water weer verdwijnt uit het gebied.
Grondwater
De interactie van een zandwinplas met het grondwater is een tweede cruciale factor. Een plas maakt onderdeel uit van het (grond)watersysteem en het waterbeheer in de plas heeft dus invloed op de waterlichamen in zijn omgeving. Verschillende factoren bepalen die interactie maar ze zijn sterk locatie-specifiek, waardoor voor elke plas individueel een geohydrologisch onderzoek noodzakelijk is om te zien welke kansen er zijn.
Waterkwaliteit
Diepe zandwinplassen kunnen een voor Nederland unieke waterkwaliteit hebben. Vaak zijn zulke plassen geïsoleerd t.o.v. het oppervlaktewatersysteem en worden zij alleen gevoed door grondwater en regenwater. Dat water is (doorgaans) nutriëntarm en niet verontreinigd. Ook ontstaat in veel diepe plassen stratificatie – verschillende lagen met verschillende temperaturen die niet mengen. Om water te conserveren of bergen in een plas, moet deze aangesloten worden op het oppervlaktewatersysteem. Hierdoor stroomt gebiedsvreemd water de plas in. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de waterkwaliteit en daarmee voor zowel de ecologie als overige gebruiksfuncties van de plas.
Kunstmatige ingrepen
Verschillende voorwaarden zijn – na nauwkeurige bestudering van de effecten – kunstmatig te creëren. Het is vanzelfsprekend echter een pre als de plas van zichzelf al aan veel voorwaarden voldoet.
Stakeholders
De partijen die in dit onderzoek zijn vertegenwoordigd als stakeholder zijn: Provincie Noord-Brabant, gemeente Tilburg, Staatsbosbeheer, Stichting Brabants Landschap, Waterschap Aa en Maas, Waterschap Brabantse Delta, Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie en Sportvisserij Zuidwest-Nederland.
Kosten-baten
Het al dan niet toepassen van maatregelen tegen wateroverlast of droogte is voornamelijk een kosten-baten afweging voor de verschillende partijen. De kosten die gepaard gaan met een ingreep moeten opwegen tegen de omvang van de (potentiële) schade die veroorzaakt wordt door de opgave. Hierbij wordt vanzelfsprekend de mogelijke bijdrage die de aanpassingen leveren afgezet tegen de kosten die hier tegenover staan. De kosten betreffen zowel de financiële investering, als ook de mogelijke impact op de ecologie en waterkwaliteit. De kans op een verslechtering van de waterkwaliteit werd door alle partijen nadrukkelijk als negatief beoordeeld.
Beleid
Voor een belangrijk deel ligt de keuze om maatregelen te implementeren bij de beleidsmakers. Zij hebben inzichtelijk wat het probleem is, hoe groot de schade is en of dit aangepakt moet worden. Vervolgens bepalen ook de beleidsmakers deels of het beleidsmatig inpasbaar is en dus uitvoerbaar zal zijn.
Conclusie
De behoefte aan plekken voor waterberging is groot en bij alle betrokken partijen is de wil aanwezig om zandwinplassen in te zetten voor het gewenste en benodigde waterbeheer. Op basis van de fysische kenmerken blijkt uit het onderzoek dat zandwinplassen voor kortstondige waterberging in het algemeen goed geschikt zijn. Hier ligt dan ook grote potentie voor gezamenlijke partijen om een bijdrage te leveren aan waterbeheer!
Verder (praktijk)onderzoek moet uitwijzen in welke mate en op welke wijze de plassen ook succesvol in te zetten zijn voor lange termijn waterconservering of – berging.